Leven op een parkeerplaats

14-07-2023

Door: Joost Ommekeer


"Ik vind dat op iedere middelgrote parkeerplaats in Nederland, één dakloze zou moeten kunnen wonen. We zijn toch niet met zo'n grote doelgroep". Het is zo ongeveer het eerste wat Alfred, de bebaarde en bebrilde man in het donker, verscholen met een zaklampje onder een parasol voor zijn geïmproviseerde tentenkampje omgeven door talloze plastic tassen vol spullen waarvan hij soms met moeite afstand kan doen, tegen me zegt. Het is midden in de nacht en onder een stralende sterrenhemel, ben ik op hem afgestapt na een nachtelijke zwempartij in het Valkenburger meer, om te vragen of hij misschien een jointje wil roken met me.Nooit eerder trof ik een mens aan, wonend op een parkeerplaats. Terwijl ik die avond op twee feestjes had kunnen zijn om het leven te vieren en met mensen te praten over wat er nou allemaal fout gaat en dus beter zou moeten met onze wereld, feestjes waar ik van weg bleef wegens de aanwezigheid van twee eikels, op ieder feestje één, stond ik nu oog in oog met een persoon waar ik daadwerkelijk, voor mijn gevoel, enigszins iets voor zou kunnen betekenen, namelijk alleen al door hem niet te negeren maar zijn bizarre aanwezigheid op de verlaten parkeerplaats te erkennen en hem het gevoel te geven dat er naar hem wordt omgekeken. Ik was ook erg benieuwd naar wat voor iemand dan zo op een parkeerplaats beland aan het meer, tegenover de Kwantum tussen Leiden en Valkenburg en met name welke inzichten hij zou hebben opgedaan en wat hij kortom te vertellen heeft."Ik heb alleen niet zo'n zin om te praten", reageert Alfred al snel op mijn voorstel. Om al snel als een sneltrein door te gaan over zijn situatie. Na vijf minuten ziet hij lachend in dat hij aan één stuk door zit te praten terwijl hij zei dat hij daar geen zin in had en vraagt hij of ik niet liever wil gaan zitten. Ik nestel me in zijn bijzijn en steek mijn joint aan. Alfred slaat af want "daar wordt ik sloom van en ik ben al sloom, ik ben zo passief als de hel dus dat moet niet verergert worden". Maar als ik een laatste restje over hou en achter zou kunnen laten voor noodgevallen.. ik rook nog even door en leg dan de overgebleven halve joint op een handdoek."De gemeente wil me hier weg hebben", begint Alfred. "En dat gaat via de rechter, maar die staat aan de kant van de gemeente. Terwijl, een rechter dient een onpartijdige bemiddelaar te zijn in een conflict, dat snappen ze maar niet. Hoe kan een rechter nou als onpartijdige bemiddelaar een keuze maken in een geschil, als ze aan de kant staat van de gemeente? Dat is niet zoals het rechtssysteem ooit bedoeld is". Je kunt je misschien inderdaad afvragen of er nog sprake is van een strikte scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht, in navolging van de Trias Politica van Montesquieu, als je het gevoel krijgt dat die twee onder één hoedje spelen.

"Sommige mensen vinden het een teringzooi hoe ik woon, ik soms ook en toch hecht ik me eraan". Er loopt een hoger beroep tegen een kort geding en zolang er geen uitspraak is, mag hij hier blijven. Uit zelfbescherming drukt hij sommige feiten weg. Hij ontkent ze niet maar anders wordt het te zwaar en kan hij het niet meer aan. Hij vraagt ook naar mij, naar wat ik doe. Ik ben kunstenaar, zeg ik dan altijd maar. "Dat dacht ik al!" Mijn excentrieke circusbroek verraadt wellicht al de helft. Ik vertel hem dat ik schilder. Hij vraagt me heel terecht wat je daar nou aan hebt. "Ja niets. Ik vind het leuk". Dan vraagt hij of ik het misschien kan verkopen. En begin ik toch maar over mijn idealistische megalomane wereldidee voor het wereldwijde integratieproject voor onszelf als mensheid, genaamd Huh? WOW! en dat ik aan dit onwerkelijke idee sleutel met enkele mensen in De Aarderaad. Om niet over te komen waar ik zelf namelijk een grootste hekel aan heb: kunstenaars die hun talenten en vaardigheden puur en alleen inzetten om er zelf rijk en beroemd mee proberen te worden.

Toch bedenk ik me dat ik, met mijn projectidee voor een betere wereld, nu ook niet direct een oplossing zou weten voor hoe het nu verder moet met Alfred. De volgende dag ben ik teruggegaan met een thermoskan koffie, die hij afsloeg, want "ik heb wel een gebruiksaanwijzing". Ach, het gaat ook meer om het idee en hij bedankte me dan ook voor mijn medeleven. Tja: verbeter de wereld, maar richt je niet op iedereen. Maar kijk gewoon wel af en toe wat je kunt betekenen voor de wereld om je heen!


Tekeningen: Joost Ommekeer