
Leven op een parkeerplaats

Door: Joost Ommekeer
"Ik vind dat op iedere middelgrote parkeerplaats in Nederland, één dakloze zou moeten kunnen wonen. We zijn toch niet met zo'n grote doelgroep". Het is zo ongeveer het eerste wat Alfred, de bebaarde en bebrilde man in het donker, verscholen met een zaklampje onder een parasol voor zijn geïmproviseerde tentenkampje omgeven door talloze plastic tassen vol spullen waarvan hij soms met moeite afstand kan doen, tegen me zegt. Het is midden in de nacht en onder een stralende sterrenhemel, ben ik op hem afgestapt na een nachtelijke zwempartij in het Valkenburger meer, om te vragen of hij misschien een jointje wil roken met me.

"Sommige mensen vinden het een teringzooi hoe ik woon, ik soms ook en toch hecht ik me eraan". Er loopt een hoger beroep tegen een kort geding en zolang er geen uitspraak is, mag hij hier blijven. Uit zelfbescherming drukt hij sommige feiten weg. Hij ontkent ze niet maar anders wordt het te zwaar en kan hij het niet meer aan. Hij vraagt ook naar mij, naar wat ik doe. Ik ben kunstenaar, zeg ik dan altijd maar. "Dat dacht ik al!" Mijn excentrieke circusbroek verraadt wellicht al de helft. Ik vertel hem dat ik schilder. Hij vraagt me heel terecht wat je daar nou aan hebt. "Ja niets. Ik vind het leuk". Dan vraagt hij of ik het misschien kan verkopen. En begin ik toch maar over mijn idealistische megalomane wereldidee voor het wereldwijde integratieproject voor onszelf als mensheid, genaamd Huh? WOW! en dat ik aan dit onwerkelijke idee sleutel met enkele mensen in De Aarderaad. Om niet over te komen waar ik zelf namelijk een grootste hekel aan heb: kunstenaars die hun talenten en vaardigheden puur en alleen inzetten om er zelf rijk en beroemd mee proberen te worden.
Tekeningen: Joost Ommekeer